In deze natuurcolumn beschrijf ik de magische momenten achter een pagina in mijn nature journal.
Met zeven grote paddenstoelen onder mijn arm, loop ik door het herfstige park. De zon belicht de geel-oranje bladeren en doet de regendruppels schitteren op het natte gras. Ik kijk goed om me heen naar geschikte plekken om de paddenstoelen in de grond te zetten. Het zijn namelijk geen echte…maar routepaaltjes in de vorm van rood-witte vliegenzwammen. Ze zijn bedoeld om de opdrachten van onze nieuwe herfstexcursie te markeren. Nog maar een paar dagen en de basischoolklassen staan alweer voor de deur van ons duurzaamheidscentrum om uitgelaten het park in te rennen en onze excursie te doen.

Gehaast
Een beetje gehaast ben ik, want samen met mijn collega’s moet ik nog heel wat doen voor we alles klaar hebben. Niet in de laatste plaats een plek vinden waar échte vliegenzwammen staan. Want daar willen we de leerlingen ook graag kennis mee laten maken…een leuke opdracht hebben we er al voor bedacht (met spiegeltjes de paddenstoelen bekijken van boven én van onder om de sporen te kunnen zien). Maar hoe goed ik ook kijk, ik zie weinig paddenstoelen. Een paar verloren honing- en inktzwammen…maar geen vliegenzwam. Zou het niet vochtig genoeg zijn, vraag ik me af. Of kijk ik niet goed genoeg?
Verbaasd
Dan komt er een vrouw van een jaar of vijftig op me af. ‘Ik zie u lopen met paddenstoelen-paaltjes…bent u van het duurzaamheidscentrum?’, vraagt ze, terwijl ze met haar hoofd richting het rode gebouw knikt, waar ik actief ben als natuur-educatie vrijwilliger. Wat verbaasd, bevestig ik haar vraag. “Ik heb net een paar mooie vliegenzwammen gezien. U wilt vast weten waar ze staan!¨ Ik lach en knik haar toe. Ze blijkt paddenstoelen-liefhebber te zijn en komt in de herfst dagelijks naar het park om nieuwe exemplaren te spotten. Ze gaat me voor met stevige tred en onder een grote berkenboom blijft ze staan.
Sprookje
En inderdaad…onder de berk zie ik twee prachtige vliegenzwammen staan. Een grote, diep oranje-rood van kleur en nog bijna helemaal intact (op een klein hapje na). En een kleinere, rode, bolle paddenstoel. Beide zwammen hebben de kenmerkende witte stippen. Ze doen me denken aan kabouters en elfjes uit sprookjes. Ik vraag me af: Welk dier zou een hapje uit de grote paddenstoel genomen hebben? Samen verwonderen we ons over de bijzondere vondst.



Symbiose
Terug in het centrum pak ik een paddenstoelen-boek uit de kast: ik wil graag meer weten over deze iconische zwam. Ik lees dat vliegenzwammen graag een plekje onder berkenbomen zoeken – en ook onder eiken, kastanjes, beuken en soms dennen – om een symbiotische relatie met deze bomen aan te gaan. Het ondergrondse schimmel-netwerk van de zwam voedt de wortels van deze bomen met mineralen en waters. In ruil geeft de boom de vliegenzwam er suikers voor terug (aangemaakt door het bladgroen uit de bladeren). Een mooie win-win-situatie! Thuis pak ik mijn natuurdagboek en maak aantekeningen en schetsen. Later maak ik er een aquarel bij. Wat een geslaagde paddenstoelen-jacht!
Alle foto’s en tekeningen zijn gemaakt door Olga Karina, copyright Buitenblogger.nl 2025
Tips!
- Bekijk meer Nature Journal-pagina’s.
- Start je eigen Journal.
- Volg een Nature Journal workshop.
